Mt 4:18-21
Toen Hij eens langs het meer van Galilea liep, zag Hij twee broers – Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas – het net uitwerpen in het meer; want het waren vissers. Hij sprak hen aan: ‘Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken.’ Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem. Verderop zag Hij nog twee broers, Jakobus van Zebedeüs en zijn broer Johannes; ze waren in de boot met hun vader Zebedeüs hun netten aan het klaren. Hij riep hen.