Mt 13:3b-9
‘Een zaaier ging het land op om te zaaien. En bij het zaaien viel er een deel op het pad, en de vogels kwamen het opeten. Een ander deel viel op de rotsgrond, waar het niet veel aarde had, en het kwam meteen op, doordat het geen diepe grond had. Toen de zon opkwam, verschroeide het, en doordat het geen wortel had, verdorde het. Weer een ander deel viel tussen de distels, en de distels schoten op en verstikten het. Weer een ander deel viel in goede aarde en leverde vrucht op: honderdvoudig, zestigvoudig, of dertigvoudig. Wie oren heeft, moet horen.’.