Jh 10:7-10
Jezus ging dus verder: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: Ik ben de deur voor de schapen. Al degenen die vóór Mij zijn gekomen, zijn dieven en bandieten, naar hen hebben de schapen niet geluisterd. Ik ben de deur; wie door Mij binnenkomt zal gered worden: die kan vrij in en uit gaan en zal weidegrond vinden. Een dief komt alleen maar om te roven en te slachten, en om verloren te laten gaan; Ik ben gekomen opdat ze leven mogen bezitten, en wel in overvloed.’