jh 13:21-26
Na deze woorden werd Jesus diep ontroerd. En Hij getuigde en sprak: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Eén van u zal Mij verraden. De leerlingen zagen elkander aan, onzeker, wien Hij bedoelde. Eén zijner leerlingen, dien Jesus beminde, was aan Jesus boezem gelegen. Simon Petrus gaf een wenk, en beduidde hem: Zeg, wie is het, dien Hij bedoelt? Nu vlijde hij zich aan Jesus’ borst, en sprak tot Hem: Heer, wie is het? Jesus antwoordde: Hij is het, voor wien Ik het stuk brood zal indopen, en wien Ik het toereik. Toen nam Hij een stuk brood, doopte het in, en gaf het aan Judas, den zoon van Simon Iskáriot.