Lc 4:27-29
‘En er waren veel melaatsen in Israël ten tijde van de profeet Elisa; toch werd niemand van hen gereinigd, maar wel de Syriër Naäman.’ Toen ze dit hoorden werd de hele synagoge ziedend van woede; ze sprongen op, sleurden Hem de stad uit en dreven Hem tot aan de rand van de berg waarop hun stad was gebouwd, om Hem in de afgrond te duwen.