dan 9:7-9
Gij zijt rechtvaardig. o Heer. Daarom ligt thans het schaamrood op ons gelaat. op de mannen van Juda en de inwoners van Jerusalem. op heel Israël in alle landen. dichtbij of veraf. waarheen Gij ze verstrooid hebt om de ontrouw. die ze tegen U hebben gepleegd. Ja Heer. de schaamte bedekt ons gelaat. ons met onze koningen. vorsten en vaderen. want we hebben gezondigd tegen U. Zeker. bij den Heer onzen God is erbarming en vergeving. maar wij bleven tegen Hem in verzet.