Mc 1:16-20
Toen Hij eens langs het meer van Galilea liep, zag Hij Simon en Simons broer Andreas op het meer hun netten uitgooien; want het waren vissers. Jezus sprak hen aan: ‘Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken.’ En meteen lieten ze de netten achter en volgden Hem. Een eindje verder zag Hij Jakobus van Zebedeüs en zijn broer Johannes; ze waren in hun boot de netten aan het klaren. Meteen riep Hij hen; en ze lieten hun vader Zebedeüs met zijn arbeiders in de boot achter en gingen achter Hem aan.