Op 1:9-13
Ik Johannes, uw broeder en uw deelgenoot in de verdrukking, in het koningschap en de volharding in Jesus: ik was op het eiland, Patmos genaamd, terwille van Gods woord en de getuigenis van Jesus. Op de dag des Heren was ik in geestverrukking, en ik hoorde achter mij een machtige stem als van een bazuin. Deze sprak: Wat ge ziet, schrijf dat op in een boek, en zend het aan de zeven kerken: naar Éfese, Smyrna, Pérgamus, en Tuatira, naar Sardes, Filadélfia en Laodicea. Ik keerde mij om, om naar de stem te zien, die tot mij sprak. En toen ik me had omgekeerd, zag ik zeven gouden luchters; en te midden der luchters iemand, een Mensenzoon gelijk. Hij was gekleed in een lang-afhangend gewaad, de borst omgord met een gouden gordel.