Lezingen uit de bijbel voor de rooms-katholieke liturgie in de gewone vorm

Paaswake

Creation of the creatures
Gen 1:20-25

God sprak: Laat het water krioelen van levend gewemel, en over de aarde de vogels vliegen langs het hemelgewelf. Toen schiep God de grote zeegedrochten met al het levend gewemel, waarvan het water krioelt, elk naar zijn soort; en al de verschillende soorten van gevleugelde dieren. En God zag, dat het goed was. Toen zegende God ze, en sprak: Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u; bevolkt het water der zee, en laat ook de vogels zich op aarde vermeerderen. Weer werd het avond en morgen: de vijfde dag. God sprak: Laat de aarde levende wezens voortbrengen van allerlei soort; tamme dieren, kruipende dieren en beesten in het wild, elk naar zijn soort. Zo geschiedde. God maakte de verschillende soorten van wilde en tamme dieren met al wat over de aarde kruipt. En God zag, dat het goed was.

Volgende mis Vorige mis