Lezingen uit de bijbel voor de rooms-katholieke liturgie in de gewone vorm

Dinsdag van de vijfde week van de Veertigdagentijd

Moses and the Serpent (William Blake)
num 21:6-9

Daarom zond Jahweh vergiftige slangen onder het volk, die het beten, zodat er velen van Israël stierven. Toen liep het volk naar Moses, en sprak: Wij hebben gezondigd; want we zijn onbeschaamd geweest tegen Jahweh en tegen u! Bid Jahweh toch, dat Hij de slangen van ons wegneemt. En Moses bad voor het volk. Toen sprak Jahweh tot Moses: Maak een slang, en bevestig die aan een paal; dan zal iedereen, die gebeten is en er naar opziet, in leven blijven. Moses maakte een koperen slang, en bevestigde die aan een paal. En wanneer iemand door een slang werd gebeten, en hij zag op naar de koperen slang, dan bleef hij in leven.

Volgende mis Vorige mis