Eén lichaam en één geest, zoals gij ook geroepen zijt tot één hoop, die aan uw roeping ontspruit; één Heer, één geloof, één doopsel; één God en Vader van allen, die boven alles, door alles, en in alles is. Aan ieder van ons is de genade geschonken naar de maat, die Christus heeft toegemeten. Daarom wordt er gezegd: "Opgestegen ten hoge, Heeft Hij gevangenen buitgemaakt, Gaven uitgedeeld aan de mensen." Welnu, dit "Hij is opgestegen," wat betekent het anders, dan dat Hij ook is neergedaald naar de onderste delen der aarde. Hij, die is neergedaald, is Dezelfde als Hij, die hoog boven alle hemelen is opgestegen, om alles tot volheid te brengen. Hijzelf is het geweest, die sommigen tot apostelen heeft aangesteld, anderen tot profeten, evangelisten, herders en leraars; maar met het doel, om de heiligen tot volmaakte plichtsvervulling te brengen, om op te bouwen het Lichaam van Christus; tot de tijd, dat wij allen tot de eenheid des geloofs en der kennis van Gods Zoon zijn gekomen, een volwassen man zijn geworden, en de mannenmaat van den volmaakten Christus hebben bereikt.