Jh 6:8-11
Een van zijn leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, merkte op: ‘Er is hier een jongen die vijf gerstebroden en twee gedroogde visjes bij zich heeft; maar wat hebben we daaraan voor zo’n aantal?’ Hierop zei Jezus: ‘Zeg tegen de mensen dat ze moeten gaan zitten.’ Er was daar veel gras en ze gingen dus zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen. Daarop nam Jezus de broden, en na het uitspreken van het dankgebed deelde Hij ze uit onder de aanwezigen, en zo ook de vissen, zoveel ze maar wilden.