1 kon 19:3-6
Toen werd hij bevreesd en ging haastig heen, om zijn leven te redden. Te Beër-Sjéba in Juda aangekomen, liet hij daar zijn knecht achter, en trok zelf een dagreis ver de woestijn in. Hier zette hij zich onder een bremstruik neer, en bad om de dood. Hij verzuchtte: Nu is het genoeg, Jahweh! Neem mij het leven; want ik ben niet beter dan mijn vaderen. En hij legde zich onder de bremstruik neer en sliep in. Maar opeens stiet een engel hem aan, en sprak tot hem: Sta op en eet. Hij keek op, en daar stond aan zijn hoofdeinde een geroosterd brood en een kruik water! Hij at en dronk, en sliep weer in.