mc 6:47-50
Toen het nacht begon te worden, was de boot midden op het meer, en Hij was alleen op het land. Hij zag ze tobben, om vooruit te komen; want de wind was tegen. En tegen de vierde nachtwaak kwam Hij naar hen toe, wandelend op het meer; en Hij wilde ze voorbijgaan. Toen ze Hem op het meer zagen wandelen, meenden ze, dat het een spook was, en ze gilden het uit; want allen zagen Hem, en waren ontsteld. Aanstonds sprak Hij hen toe, en zeide hun: Weest gerust, Ik ben het; vreest niet!