Lc 6:12-16
In die dagen ging Hij naar het gebergte om te bidden, en bracht er de hele nacht door in gebed tot God. Toen het dag werd riep Hij zijn leerlingen, en uit hen koos Hij er twaalf, die Hij ook apostelen noemde: Simon, die Hij ook Petrus noemde, diens broer Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus, Bartolomeüs, Matteüs, Tomas, Jakobus van Alfeüs, Simon de zeloot, Judas van Jakobus, en Judas Iskariot, die de verrader is geworden.