Lc 18:31-38
Hij nam de twaalf apart en zei tegen hen: ‘Kijk, we gaan op naar Jeruzalem, en alles wat door de profeten is geschreven over de Mensenzoon zal in vervulling gaan. Hij zal overgeleverd worden aan de heidenen en worden bespot, beledigd en bespuugd. Ze zullen Hem geselen en ter dood brengen, en op de derde dag zal Hij opstaan.’ Maar zij begrepen er niets van; het bleef verborgen voor hen en wat Hij zei konden ze maar niet vatten. Toen Hij in de buurt van Jericho kwam, zat er een blinde langs de weg te bedelen. Die hoorde veel mensen voorbijkomen en vroeg wat er aan de hand was. ‘Jezus de Nazoreeër komt hierlangs’, vertelden ze hem. Toen riep hij: ‘Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!’.