Mc 7:32-35
Ze brachten Hem iemand die doof was en moeilijk sprak, en ze drongen er bij Hem op aan, hem de hand op te leggen. Hij nam hem uit de menigte apart, stak zijn vingers in zijn oren en spuwde en raakte zijn tong aan, en Hij keek op naar de hemel, zuchtte, en zei tegen hem: ‘Effata’, wat betekent: Ga open. Meteen gingen zijn oren open, zijn tongriem ging los, en hij sprak normaal.